zaterdag 26 januari 2013

Vriendin laat overleden patiënt verrijzen in ziekenhuis

Een vrouw die afscheid moest nemen van haar overleden vriend merkte dat haar geliefde nog aan het ademen was. De overledene werd in het ziekenhuis opnieuw tot leven gewekt. De Zweed is zijn opmerkzame vriendin erg dankbaar. "Gelukkig was er nog mijn vriendin, anders was ik er niet meer", beseft de Zweed.
De man werd naar een ziekenhuis in de provincie Värmland gevoerd en werd er kort na zijn aankomst doodverklaard. Een half uur nadat hij met ernstige problemen op de spoedafdeling behandeld werd, kreeg zijn vriendin te horen dat haar geliefde overleden was. Twee dokters en een verpleegster kwamen nog een kijkje nemen en wisten het zeker. Hij was dood. Zijn vriendin zag hem nog ademen maar volgens het geschoolde personeel was het gewoon lucht dat uit het lichaam ontsnapte.
De vrouw wou het niet geloven en bleef aandringen bij het medisch personeel. Ze moesten haar vriend koste wat kost reanimeren. Twintig minuten later kwam er een dokter naar haar toe met de melding dat ze volop bezig waren met de reanimatie van haar vriendje. De arts waarschuwde haar dat haar vriend wakker kon worden met blijvende hersenschade omdat hij al dood geweest was.
De Zweedse stelt zich nog altijd vragen over de kennis van het verzorgend personeel. Haar vriend nam medicatie en ze kan maar niet aanvaarden dat de dokters niet beter op de hoogte waren van de mogelijke neveneffecten van het gebruik van Lyrica.
Haar vriend kan nog moeilijk werken. Hij heeft last van geheugenverlies en concentratiestoornissen. "Mijn job vergt een scherpe concentratie en heel wat rekenwerk en dat laatste kan ik niet meer. Ook fysiek beschik ik niet langer meer over al mijn capaciteiten. Ik heb hersenschade opgelopen en kan niet meer normaal functioneren. Dat zorgt voor heel frustratie", aldus de Zweed. Hij is ook boos omdat hij dood verklaard werd zonder dat de artsen hem aan en grondig onderzoek onderwierpen. "Ik hoop echt dat dit niemand anders overkomt." De zaak is in handen van de Nationale Raad voor Gezondheid.

Geen opmerkingen: